Wat wil je later worden?

Wat wil je later worden?

‘Wat wil je later worden?’ vroeg mijn vader toen ik op de lagere school zat. Tegen de tijd dat ik was uitgeleerd - VWO, een afgeronde studie Nederlands en Algemene Taalwetenschappen - had ik op die vraag nog steeds geen passend antwoord. Gelukkig kon ik er nog even over nadenken, want ik moest in militaire dienst. Uitgerekend daar kreeg mijn beroepskeuze zijn eerste, voorzichtige vorm. Ik werd geen kok, pelotonscommandant, vrachtwagenchauffeur of hospik, maar legervoorlichter.

Redacteur

Na mijn diensttijd - begin 1991 - ging ik aan de slag bij mijn eerste én enige werkgever. Ik werd redacteur bij het toenmalige ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Ik kon al een beetje schrijven, maar hier leerde ik het vak pas echt. Persberichten opstellen, teksten schrijven voor folders en brochures, achtergrondverhalen maken, interviews doen. Mooi ministerie, interessante beleidsvelden, leuke collega's. Maar ik liep aan tegen de ambtelijke molens en de nodige bureaucratie. Het bleek niet de omgeving waarin ik mijzelf verder kon ontplooien. Na enkele jaren zei ik Den Haag daarom stilletjes vaarwel.

Kattenvoer

Ik belandde tijdelijk in het kattenvoer, bij een enorm magazijn van Nestlé in Alphen aan den Rijn. Ik heb in een paar maanden tijd tienduizenden blikjes Gourmet door mijn handen laten gaan. Op zeker moment belde een oud-collega op. Of ik nog een schrijfklus voor het ministerie wilde doen. Ze bleven bellen. Zo rolde ik van de ene opdracht in de andere en breidde mijn klantenkring zich langzaam maar gestaag uit. En zonder dat ik er erg in had, was de vraag van mijn vader een antwoord geworden.