Lagere school

Lagere school

21-01-2023

Vanochtend sloeg ik de krant open. Rechts onderaan pagina 37 viel mijn oog op drie advertenties van wervings- en selectiebureau B&T. Men was op zoek naar bestuurders in het funderend, of primair onderwijs. Vroeger heette dat nog gewoon het lager onderwijs, maar vooruit.

Er was keuze genoeg, bleek uit de advertenties. Wil je bestuurder worden bij de Stichting Proominent in Ede (11 bassisscho(o)len), dan is ervaring als cliniclown een pre, want zeggen ze: samen gaan we voor plezier in het onderwijs. Je moet overigens wel een samenwerkingsgerichte, ambitieuze en strategische clown zijn, anders kom je er niet in.

Als je niet zo’n feestneus bent, kun je altijd nog solliciteren bij de Groningse Schoolvereniging. Daar moet je wel twee talen spreken en een IQ hebben van ten minste 125; de school heeft een aparte afdeling voor internationaal en hoogbegaafden onderwijs. Verder vereist: internationale focus en oog voor culturele diversiteit. Het is kortom allemaal heel bijzonder, deze school. Echt een school voor bijzondere ouders met bijzondere kinderen, en een bijzondere directeur-bestuurder. Ik verzin het niet, het staat gewoon op hun website.

Ten slotte: Als je niet zo van fun houdt en jezelf ook niet zo bijzonder vindt, kun je altijd nog aan de bak als bestuurder bij Pantha Rei, een samenwerking van 17 - en nu komt het - eigenzinnige kwaliteitsscholen. Een bestuurder die vanuit vertrouwen, verbondenheid en verantwoordelijkheid koers houdt. Hier kan iedereen met een wollig lulverhaal dus gewoon een ton of meer op komen halen, vermoed ik. Wel je nagels lakken, want dat ziet er tegenwoordig lekker eigenzinnig uit.

Na het lezen van de advertenties kreeg ik ineens een enorme hang naar mijn oudere lagere school, in Alphen aan den Rijn, de Da Costaschool. Naar de klok in de hal waar je onder moest staan als je in de pauze op het vuistje was gegaan met een klasgenoot. Naar het knutsel- en handwerklokaal boven de hoofdingang van de school; ik was altijd opgelucht als we de klomp klei aan het einde van de les weer tot een dobbelsteen moesten terugbrengen, met een duim erin om daar met een gieter wat water in te doen tegen het uitdrogen. Naar mijn schoolvriendje Fred, de domineeszoon, wiens vader op zolder een enorme modelspoorbaan liet rijden ter meerdere eer en glorie van de heilige geest. Naar Jantje van der Ham, waarmee ik van mejuffrouw Koopmans altijd een halfje Tarvo mocht halen als de bakker voorbij school reed. Naar onze weinige ‘culturele’ uitjes die steevast naar de Lakenhal in Leiden gingen. Naar de schoolreisjes die - waar we ook naar toe gingen - altijd leken te eindigen in Woudenberg, met een bezoek aan de speeltuin bij de Piramide van Austerlitz en een dubbellikker.

Ondertussen werden wij door alle juffen en meesters - meneer Kuilenburg, mevrouw Bell, meneer de Vries, mejuffrouw Koopmans, meneer Scholten - gekneed in taal, (hoofd)rekenen, spellen, lezen, vaderlandse geschiedenis, aardrijkskunde en topografie. Er werd flink geleerd, we kregen overhoringen en daar kreeg je dan gewoon een cijfer voor. Tegenwoordig zou je zeggen: het was een hele tegendraadse en eigenzinnige school.

Klik hier voor meer colums