Reasons to be cheerful pt. XIX: Een heerlijke droom

Reasons to be cheerful pt. XIX: Een heerlijke droom

15-05-2021

Mijn humeur knapt de laatste weken zienderogen op. Want ik ben in blijde verwachting. Normaal gesproken slof ik één keer per dag de trap af naar de voordeur om de krant van de mat te plukken. De krant waarvan ik altijd dacht dat hij aan onafhankelijke en kritische nieuwsgaring deed. De krant waarvan journalisten tegenwoordig liever de perskaart tegen de borst gedrukt houden als ze naar de bruine uithoeken van het land worden gestuurd, omdat een toenemend aantal riekende Nederlanders meent dat zij net als de NOS Fake news verspreiden en door de staat gecontroleerde verspreiders zijn van complottheorieën: namelijk dat het Coronavirus NIET is ontstaan tijdens een uit de hand gelopen Undercoversessie in het Deventer café De Hip, maar gewoon ergens in WuHan van een vleermuis op een Chinese poelier is overgesprongen. En dat  de eigenaar van deze eigenzinnige kroeg, een zekere Fonz Scheepstra, nu schathemeltjerijk aan het worden is van de illegale vaccins die hij op zijn terras op de Brink aanbiedt als Priklimonade. Mag ik van u twee Sputnik Sissi…?

De laatste weken slof ik in de loop van de dag nog een tweede maal de trap af naar de bus, namelijk zodra tante Post is geweest, of mijnheer DHL, of mevrouw DPD, of de Fietskoerier, of Piet Cycloon, of wie er tegenwoordig dan ook maar wat door je bus gooit. Want één dezer dagen zal hij ook bij mij, als man van 58, op de mat vallen: de zelfs voor hoger opgeleiden schijnbaar onleesbare brief waarvan je weet dat er ergens in staat dat je juffrouw Jannie van de GGD-hotlijn mag bellen voor het maken van een prikafspraak. Wat ik krijg is overigens nog een groot raadsel, want iedere keer als ik de prikwijzer invul, komt er weer iets anders uit: Moderna, Biontech Pfizer, Astra Zeneca, Janssen, of misschien wel Curevac. Eerlijk gezegd maakt het me weinig uit. Of je nu door Big of Little Pharma wordt geïnjecteerd met een chip: uiteindelijk verdwijnt het geld toch in de zakken van Bill Gates.

Maar er is nog iets anders wat mij vrolijk stemt. Laatstelijk werd ik wakker uit - ik kan niet anders zeggen - een hele fijne droom. En dat is best bijzonder, want normaal gesproken ben ik ook in mijn dromen altijd alles kwijt, en loop ik te zeulen met veel te zware tassen door dorpen die ik niet ken, naar plekken waarvan ik niet weet hoe er te komen, al wadend door vloeibaar asfalt, en er rijden geen stadsbussen. Nee, ik droomde van een ellenlange rij mensen, trappelend van ongeduld, voor de Deventer boekhandel Praamstra. Zij waren allemaal op weg naar de stapels boeken in de winkel met mijn naam erop, en ik zat achter een tafel om ieder boek van mijn niet zo zwierige handtekening te voorzien. Boekhandelaar Chrisjan van Marissing stond er vergenoegd bij te kijken. Ik maakte in één middag zijn slechte omzet van een heel jaar culturele treurnis goed.

Het was een heerlijk droom totdat ik even wat beter keek wat er op de voorgevel van het winkelpand stond. Alleen de beginletter klopte. Praamstra bleek  Primark. En toen zag ik ook wie er precies in de rij stonden: pukkelige tieners. En begreep ik ook wat ze wilden kopen: twee broeken en drie T-shirts, made in China door Oeigoerse kinderhandjes. En dat voor minder geld dan de winkelprijs van mijn boek ‘Een Onrecenseerbaar Jaar’. Daar kan geen cultuur tegenop. Mogen nu alsjeblieft alle theaters en musea weer open Mark? Maar die droom was fijn…

Klik hier voor meer colums